Filmpje Europa verovert de wereld, paragraaf 1

 Bekijk het onderstaande filmpje over de eerste paragraaf van het nieuwe hoofdstuk (hoofdstuk 2 van boek 2A). Denk onder het kijken na over onderstaande vragen:

1. Noem twee voorbeelden van nieuwe technieken en benoem waarvoor ze gebruikt werden.
2. Waar werd het Suezkanaal aangelegd?
   
3. Waarom werd het Suezkanaal aangelegd?
4. Wat is nationalisme?
5. Waarom zijn de gebroeders Grimm een voorbeeld van nationalisme?
6. Waarom konden landen zowel uiteenvallen als ontstaan door nationalisme?
7. Waarom voelde de zuidelijke bevolking van het Koninkrijk der Nederlanden zich niet verbonden met het noorden?

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 4

 Bekijk het filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wat veranderde er in Nederland in 1815?
2. Waar was de koning bang voor in 1848?
3. Noem een belangrijke verandering door de nieuwe grondwet in 1848
4. Wat wilden de feministen bereiken?
5. Waarom was Aletta Jacobs een voorbeeld van feminisme?
6. Wat veranderde er in 1917 aan de democratie?
7. Waarom eindigde in 1919 de Eerste feministische golf? 

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 3

 Bekijk het filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wat gebeurde er met mensen die niet meer konden werken omdat ze gehandicapt waren geworden, of ziek of oud waren?

2. Wat is de 'sociale kwestie'?

3. Hoe konden mensen zonder inkomen toch overleven?

4. Wat zijn 'vakbonden'?

5. Hoe konden vakbonden het leven en werk van de arbeiders beter maken?

6. Wat zijn 'socialisten'?

7. In 1881 richtten de socialisten een politieke partij op. Waarom was het voor hen belangrijk dat er algemeen kiesrecht kwam?

8. Waarom zagen de liberalen rond 1870 ook dat de situatie voor arbeiders verbeterd moest worden?

9. Noem drie voorbeelden van sociale wetten.

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 2 (nu met geluid)

 Bekijk het filmpje en probeer tijdens het kijken de volgende vragen te beantwoorden:

1. Hoe waren de arbeidsomstandigheden in de fabrieken in de 19e eeuw?

2. Hoe waren de leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders in de 19e eeuw?

3. Konden de kinderen van arbeiders een beter leven krijgen dan hun ouders? Leg het antwoord uit.

4. Hoe leefde de burgerij in de 19e eeuw?

5. Wat was de 'gegoede burgerij'?

6. Wat was de 'middenklasse'?

7. Konden de kinderen van de burgerij later een goed leven krijgen? Leg het antwoord uit.

8. Wat is het 'liberalisme'?

9. Wat wilden de liberalen?

10. Waarom mochten volgens de liberalen niet alle mannen kiesrecht hebben?