Filmpje Oorlog en crisis, paragraaf 3

 Bekijk het filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wanneer werd het verdrag van Versailles afgesloten?
2. Noem de vijf belangrijkste bepalingen uit het verdrag van Versailles
3. Waarom waren de Duitsers ontevreden over dit verdrag van Versailles? 
4. Welke twee problemen waren er met de Amerikaanse economie? 
5. Waardoor stortte de aandeelbeurs in in 1929? 
   
6. Benoem twee gevolgen van zwarte donderdag
7. Leg uit hoe Franklin Roosevelt de crisis probeerde op te lossen.

Filmpje Oorlog en crisis, paragraaf 2

 Bekijk onderstaand filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wie had de macht in Rusland rond 1900?
2. Wie bezat de meeste landbouwgrond in Rusland?
3. Waar stond het communisme voor?
4. Waardoor ontstond er voedseltekort in Rusland?
5. Welke 3 dingen beloofden de communisten o.l.v. Lenin?
6. Wat veranderde de Sovjet-Unie op sociaal gebied?
7. Wat veranderde de Sovjet-Unie op economisch gebied?
8. Wat gebeurde er met mensen die kritiek hadden op de communistische partij? 

Filmpje Oorlog en crisis, paragraaf 1

 Bekijk het filmpje en beantwoord ondertussen de volgende vragen:

1. Wat was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog?
2. Welke oorzaken kende de Eerste Wereldoorlog
3. Welke moderne technieken werden tijdens de Eerste Wereldoorlog geïntroduceerd?
4. Welke twee ontwikkelingen in de Eerste Wereldoorlog vonden plaats in 1917?
5. Wanneer eindigde de Eerst Wereldoorlog? 

Filmpje Europa verovert de wereld, paragraaf 4

 Bekijk het filmpje en beantwoord ondertussen de volgende vragen:

1. Leg uit hoe slaven werden behandeld tijdens het reizen en verkopen.
2. Wat voor soort werk moesten slaven doen?
3. Met welke 3 argumenten werd slavernij goed gekeurd?
4. Wat is abolitionisme?
5. Welke twee argumenten hadden abolitionisten tegen slavernij?
   
6. Wanneer werd de slavernij in Groot-Brittannië, Nederland en de Verenigde Staten afgeschaft?
7. Welke twee redenen had Nederland om de slavernij af te schaffen?
8. Wat gebeurde er met de slaven na de afschaffing van de slavernij?
9. Wat is Keti koti? 
10. Waarom was de afschaffing van de slavernij in de VS zo lastig? 

Filmpje Europa verovert de wereld, paragraaf 3

 Bekijk het filmpje en probeer tijdens het kijken onderstaande vragen te beantwoorden.

1. Wat is indirect bestuur?
2. Welk voordeel had indirect bestuur voor de Europeanen?
3. Welk gevolg hadden nieuwe grenzen voor de inheemse bevolking in de nieuwe kolonies? 
4. Wat is het cultuurstelsel?
5. Welk nadeel had het cultuurstelsel voor de lokale bevolking?
6. In hoeverre had je huidskleur invloed op je plek in de samenleving?
7. Waarom wilden Europeanen hun eigen cultuur overbrengen?
8. Wat was de reden dat inheemse mannen nooit in het bestuur konden werken, ondanks hun goede opleiding? 

Filmpje Europa verovert de wereld, paragraaf 2

 Bekijk het filmpje en probeer tijdens het kijken antwoord te geven op onderstaande vragen:

1. Wat was de belangrijkste reden rond 1500 om kolonies te bezitten?
2. Wat veranderde daaraan vanaf 1800? 
3. Wat is modern imperialisme?
4. Van wie werden de handelsposten van de VOC en de WIC nadat zij weren opgeheven?
5. Welke twee economische redenen had het modern imperialisme?
6. Welke andere reden had het modern imperialisme? 

Filmpje Europa verovert de wereld, paragraaf 1

 Bekijk het onderstaande filmpje over de eerste paragraaf van het nieuwe hoofdstuk (hoofdstuk 2 van boek 2A). Denk onder het kijken na over onderstaande vragen:

1. Noem twee voorbeelden van nieuwe technieken en benoem waarvoor ze gebruikt werden.
2. Waar werd het Suezkanaal aangelegd?
   
3. Waarom werd het Suezkanaal aangelegd?
4. Wat is nationalisme?
5. Waarom zijn de gebroeders Grimm een voorbeeld van nationalisme?
6. Waarom konden landen zowel uiteenvallen als ontstaan door nationalisme?
7. Waarom voelde de zuidelijke bevolking van het Koninkrijk der Nederlanden zich niet verbonden met het noorden?

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 4

 Bekijk het filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wat veranderde er in Nederland in 1815?
2. Waar was de koning bang voor in 1848?
3. Noem een belangrijke verandering door de nieuwe grondwet in 1848
4. Wat wilden de feministen bereiken?
5. Waarom was Aletta Jacobs een voorbeeld van feminisme?
6. Wat veranderde er in 1917 aan de democratie?
7. Waarom eindigde in 1919 de Eerste feministische golf? 

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 3

 Bekijk het filmpje en probeer ondertussen de volgende vragen te beantwoorden:

1. Wat gebeurde er met mensen die niet meer konden werken omdat ze gehandicapt waren geworden, of ziek of oud waren?

2. Wat is de 'sociale kwestie'?

3. Hoe konden mensen zonder inkomen toch overleven?

4. Wat zijn 'vakbonden'?

5. Hoe konden vakbonden het leven en werk van de arbeiders beter maken?

6. Wat zijn 'socialisten'?

7. In 1881 richtten de socialisten een politieke partij op. Waarom was het voor hen belangrijk dat er algemeen kiesrecht kwam?

8. Waarom zagen de liberalen rond 1870 ook dat de situatie voor arbeiders verbeterd moest worden?

9. Noem drie voorbeelden van sociale wetten.

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 2 (nu met geluid)

 Bekijk het filmpje en probeer tijdens het kijken de volgende vragen te beantwoorden:

1. Hoe waren de arbeidsomstandigheden in de fabrieken in de 19e eeuw?

2. Hoe waren de leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders in de 19e eeuw?

3. Konden de kinderen van arbeiders een beter leven krijgen dan hun ouders? Leg het antwoord uit.

4. Hoe leefde de burgerij in de 19e eeuw?

5. Wat was de 'gegoede burgerij'?

6. Wat was de 'middenklasse'?

7. Konden de kinderen van de burgerij later een goed leven krijgen? Leg het antwoord uit.

8. Wat is het 'liberalisme'?

9. Wat wilden de liberalen?

10. Waarom mochten volgens de liberalen niet alle mannen kiesrecht hebben?

Filmpje Burgers en stoommachines paragraaf 1

 Probeer de volgende vragen te beantwoorden tijdens het bekijken van het filmpje:

1. Wat is huisnijverheid?

2. Noem zes veranderingen in de economie door de industrialisatie.

3. Wat is kapitalisme?

4. Noem drie redenen waarom rond 1760 de industrie ontstond in Groot-Brittannië.

5. Noem twee redenen waarom de industrie rond 1860 vooral in Twente groeide.

6. Niet alleen de economie veranderde. Noem vier andere veranderingen door de industrialisatie.

7. Waarom noemen we de periode van dit hoofdstuk de 'Industriële revolutie'?

Filmpje Pruiken en revoluties paragraaf 4

 Bekijk het filmpje en bedenk ondertussen of je antwoord kunt geven op de volgende vragen:

1. Waarom waren veel burgers rond 1780 ontevreden?

2. Wat wilden de patriotten?

3. Waarom mislukte de opstand in 1787?

4. Wat was er anders in de Bataafse Republiek vergeleken met de oude Republiek?

5. Hoe zorgde Napoleon ervoor dat hij steeds meer invloed kreeg op Nederland?

6. Hoe kwam er een einde aan Napoleons macht?

7. Wie volgde in Nederland Napoleon op?

Filmpje Pruiken en revoluties paragraaf 3

 

Filmpje Pruiken en revoluties paragraaf 2

 

Filmpje Pruiken en Revoluties paragraaf 1

 

Filmpje over de Franse Revolutie

 

Filmpje: Hoofdstuk 6 De Koude Oorlog PO interview

Filmpje: Het geschiedenisdeel van de stof voor de fietstocht

Filmpje hoofdstuk 6 paragraaf 2: Koude Oorlog in Nederland

Filmpje hoofdstuk 5 paragraaf 6: Van Nederlands-Indië tot Indonesië

Filmpje hoofdstuk 5 paragraaf 5 Nederland bezet

Filmpje Hoofdstuk 5 paragraaf 4: De moord op de Joden

Filmpje hoofdstuk 5 paragraaf 3: Duitsland, Italië en Japan verslagen

Filmpje hoofdstuk 5 paragraaf 2 Blitzkrieg